Skip to content

Informatie voertuigdemontagebedrijf

KZD-certificatieschema

De norm is verdeeld in twee modules die onder één certificatieschema vallen.

KZD 

Demontagebedrijven die gecertificeerd zijn volgens KZD zijn getoetst op een aantal relevante wettelijke voorschriften en eisen die op ondernemingen in de voertuigdemontagebranche van toepassing zijn én op specifieke eisen op het gebied van afvalstoffen voor recycling. Deze bedrijven beschikken bovendien over een inzichtelijk en geordend bedrijfsproces. Voor de bij ARN (Auto Recycling Nederland) aangesloten autodemontagebedrijven is KZD verplicht. Ook brancheorganisatie Stiba eist van haar leden dat zij gecertificeerd zijn volgens KZD.

 

KZDPlus

KZDPlus bestaat uit KZD met een aantal aanvullingen; dit is het hoogste niveau. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een onderdeel, ze zorgen er ook voor dat alle geleverde onderdelen (visueel) getoetst worden op functionaliteit. Van enkele essentiële onderdelen (als een motorblok, startmotor of boardcomputer) wordt in deze module herleidbaarheid geëist ten behoeve van fraudebestrijding en vaststelling van het exacte type onderdeel. Bovendien worden vanaf deze module minimaal drie maanden garantie- en leveringsvoorwaarden gehanteerd. Daarnaast eist KZDPlus een verregaandere mate van procesbeheersing binnen het bedrijf. Bedrijven uit deze module zijn aantoonbaar geschikte toeleveranciers (op bestelling) voor marktpartijen als importeurs, dealers en verzekeraars.

Bij zowel KZD als KZDPlus is aanvullend KZD-E mogelijk. 

KZD-E is een aanvulling met als doel het wegnemen van risico’s bij het werken aan
e-voertuigen door eisen te stellen aan:

de kennis en vaardigheden van de persoon die de werkzaamheden uitvoert

de kennis en vaardigheden van de persoon die de werkzaamheden uitvoert

de veiligheidsprocedures die moeten worden gevolgd bij het uitvoeren van de werkzaamheden 

de veiligheidsprocedures die moeten worden gevolgd bij het uitvoeren van de werkzaamheden 

de gebruikte gereedschappen, meetinstrumenten en Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)

de gebruikte gereedschappen, meetinstrumenten en Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)

Vereisten:

  1. Het demontagebedrijf dient aan te geven welke medewerkers bevoegd zijn om aan hybride/ elektrische voertuigen te mogen werken. De betreffende medewerkers dienen in het bezit te zijn van een geldig certificaat: Veilig demonteren van e-voertuigen (NEN 9140) of enig vergelijkbaar certificaat. Een training conform NEN9140 is de basis, met een maximale geldigheid van vijf jaar.
  2. Aanwijsformulier werkzaamheden Hybride en e-voertuigen [bijlage 1 ]. Het aanwijsformulier is een formulier waarmee de ondernemer omschrijft welke medewerker in het bedrijf is aangewezen voor welke werkzaamheden aan hybride en elektrische voertuigen. Het formulier is door de werkgever en werknemer voor akkoord ondertekend. Het formulier moet aanwezig zijn op het bedrijf, actueel en overlegbaar zijn aan de auditor.
  3. Apparatuur. Het demontagebedrijf dient over deugdelijke voorzieningen voor brandbestrijding te beschikken evenals over gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen.

Er moeten in elk geval de volgende gereedschappen en middelen aanwezig te zijn:

  • Elektrisch isolerende handschoenen
  • Gelaatsscherm met helm
  • Afzetpalen en ketting;
  • Markering;
  • Tweepolige spanningsmeter
  • Infrarood temperatuurmeter
  • Elektrisch isolerende mat

Geldigheidsduur

Een certificaat wordt door de certificerende instantie voor drie jaar afgegeven. Dat wil zeggen dat iedere drie jaar een volledige certificatie-audit plaatsvindt.

In het tweede en in het derde jaar vindt een opvolgingsaudit plaats. De eerste opvolgingsaudit is 1 jaar ± 2 maanden na de initiële audit. De tweede opvolgingsaudit vindt plaats 2 jaar ± 2 maanden na de initiële audit. De herverleningsaudit vindt tenminste 2 maanden vóór het aflopen van het certificaat plaats.

Aan het einde van de geldigheidsperiode van drie jaar wordt de certificatieprocedure opnieuw doorlopen, waarna opnieuw een geldigheidsperiode van drie jaar ingaat